-
Geschikte locatie: Plant je citrusbomen op een plek met veel zon en beschermd tegen harde wind.
-
Goed gedraineerde grond: Citrusbomen geven de voorkeur aan goed gedraineerde grond. Zorg ervoor dat er zich geen water ophoopt rond de wortels.
-
Regelmatig water geven: Houd de grond vochtig, maar niet drassig. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes.
-
Bemesting: Zorg voor voldoende voedingsstoffen door bemesting. Een uitgebalanceerde citrusspecifieke meststof is een goede keuze.
-
Snoeien: Snoei licht om de boom vorm te geven en dode of zieke takken te verwijderen. Vermijd overmatig snoeien.
-
Ongediertebestrijding: Controleer je bomen regelmatig op ongedierte zoals spint, bladluizen of kevers. Behandel eventuele plagen tijdig.
-
Vorstbescherming: Als je in een vorstgevoelig gebied woont, bescherm je bomen tijdens koude nachten met afdekkingen of lampen om vorstschade te voorkomen.
-
Mulch: Mulch rond de voet van bomen om de bodem vochtig te houden en onkruid te bestrijden.
-
Oogst op het juiste moment: Pluk fruit wanneer het rijp is voor de beste smaak en kwaliteit.
-
Ziektebewaking: Let op tekenen van ziekten zoals schimmels of virussen. Behandel ziekten preventief of zodra ze worden ontdekt.
-
Belucht de bodem: Zorg ervoor dat de grond rond de wortels goed belucht is. Vermijd bodemverdichting.
-
Ondersteuning in de beginjaren: Jonge bomen kunnen stokken of steunen nodig hebben om ze rechtop te houden totdat ze sterke wortels hebben.