Zorgpas

Mandarijn Citrus

Direct licht Direct licht

Geeft de voorkeur aan directe blootstelling aan zonlicht.

Regelmatig water geven Regelmatig water geven

Geef een of twee keer per week water in de zomer en een keer per week in de winter. Controleer of het substraat een beetje droog is voordat je weer water geeft. Verwacht dat je vaker water moet geven bij helder licht en minder vaak bij weinig licht.

Normale luchtvochtigheid Normale luchtvochtigheid

Elke luchtvochtigheid is goed, je kunt het om de 2 weken sprayen.

Geschikt voor huisdieren Geschikt voor huisdieren

Deze plant is veilig voor je huisdier, ze kunnen gelukkig samenleven.

Mandarijn Citrus

Advies

  1. Licht: Zorg voor direct zonlicht gedurende minstens 6 uur per dag. Plaats de plant in helder licht, maar vermijd blootstelling aan intens direct zonlicht tijdens de heetste uren van de dag.
  2. Water geven: Houd het substraat licht vochtig, maar voorkom wateroverlast. Laat de bovenste laag van het substraat opdrogen voordat je opnieuw water geeft. Zorg voor een goede drainage in de pot om wortelproblemen te voorkomen.
  3. Vochtigheid: Verdraagt een matige luchtvochtigheid, maar is niet kritisch voor zijn welzijn.
  4. Bemesting: Bemest tijdens het groeiseizoen met een uitgebalanceerde citrusspecifieke meststof. Volg de instructies van de fabrikant en vermijd overbemesting.
  5. Temperatuur: Verdraagt warme temperaturen en vermijdt bij voorkeur koude tocht. Houd de plant in een warme en beschermde omgeving.
  6. Snoeien: Licht snoeien om de plant vorm te geven en dode of zieke groei te verwijderen. Dit kan ook helpen om de luchtcirculatie te verbeteren.
  7. Ongediertebestrijding: Controleer de plant regelmatig op ongedierte en pak het onmiddellijk aan als het wordt aangetroffen.
  8. Substraat: Gebruik een goed gedraineerd substraat van goede kwaliteit. Citrusvruchten geven de voorkeur aan licht zure grond.
  9. Winterbescherming: Bescherm de plant in koudere klimaten tegen extreme kou en vorst. Overweeg om de plant naar een beschutte plek te verplaatsen of extra bescherming te bieden.

Tekenen van zwakte

  1. Gele bladeren: kunnen duiden op problemen met water geven, onvoldoende voedingsstoffen of mogelijk een ziekte.
  2. Vroegtijdige bladval: kan te wijten zijn aan plotse temperatuurschommelingen, lichtgebrek, waterstress of wortelproblemen.
  3. Gerimpelde vruchten of problemen met de vruchtontwikkeling: problemen met de vruchtvorming kunnen het gevolg zijn van onvoldoende bestuiving, een gebrek aan voedingsstoffen of omgevingsstress.
  4. Bladvlekken: Bruine of gele vlekken kunnen tekenen zijn van ziekte, zonnebrand of irrigatieproblemen.
  5. Trage of zwakke groei: kan wijzen op voedingstekorten, substraatproblemen of ongunstige omgevingsomstandigheden.